Toma’s Luis de Victoria
Requiem
Heitor Villa-Lobos
Bendita Sabedoria
Mis ter ere van Sint Sebastiaan
Alberto Ginastera
Lamentaties van Jeremia
Victoria: Het Officium Defunctorum is een complex stuk dat uit verschillende delen bestaat. De Requiem mis voor zesstemmig koor vormt het hart van de compositie, gevolgd door het begrafenismotet ‘Versa est in Luctum’. De mis wordt vooraf gegaan door een tekst uit de Metten, ‘Teadet Animam Meam’, voor vier solisten. Het ‘Libera Me’ en ‘Kyrie’ vormen het besluit. Anders dan veel tijdgenoten houdt de Victoria zich niet zo strikt aan de strakke regels van het contrapunt. Hij is vrijer in het gebruik van dissonanten en is niet bang voor opvallende contrasten. Maar het meest karakteristieke voor zijn werk zijn de eenvoudige melodische lijnen waarin de ritmiek voor een subtiele variatie zorgt.
Villa-Lobos:
Missa São Sebastião
De Missa São Sebastião schreef Villa-Lobos in 1937, een periode waarin hij zich intensief bezig hield met het muziekonderwijs. Dat is waarschijnlijk de reden dat dit driestemmige stuk in allerlei wisselende bezettingen uitgevoerd mag worden. Flexibiliteit troef. De mis geeft een goed beeld van de manier waarop Villa-Lobos a capella koormuziek schrijft. Zo bevat het werk veelvuldig modulaties, chromatische harmonieën, wisselingen in ritmiek en metriek, en staat de Latijnse tekst centraal.
Bendita Sabedoria
De Bendita Sabedoria is het best te omschrijven als een verzameling miniatuurtjes, zes in totaal. Nummers 1 tot en met 5 noemen bijbelse wijsheden uit het boek der Spreuken, nummers 6 is gebaseerd op psalm 90:12.43. Zes redelijk eenvoudige, ongecompliceerde muziekstukjes, zo lijkt het. Maar die eenvoud bedriegt; complexe harmonieën, grappige ritmische variaties en grote contrasten tussen de stukken onderling, in korte tijd komt er een enorme vocale en muzikale trukendoos voorbij. Muziek voor in de kerk én de concertzaal.
Ginastera:
Felle uithalen en woeste razernij klinken in het eerste deel van de ‘Lamentationes de Jeremias Propheta’. Een manier om het intense verdriet over de vernietiging van Jeruzalem gestalte te geven. Een groot contrast met het tweede deel met lange notenwaarden een trage ontwikkeling van de melodie. Alsof de getuigen van de vernietiging niet meer wanhopig, maar murw zijn. Het karakter van het derde deel is lichter, opener van aard. De hoop is gericht op God, zijn naam wordt aan het eind overtuigend aangeroepen.
Ravenstein
Soeterbeeck, Elleboogstraat 2
22 maart 2009
15.30 uur
Wageningen
Grote Kerk op de Markt
28 maart 2009
20.30 uur
Arnhem
Walburgisbasiliek op het Walburgisplein
29 maart 2009
15.30