Na de temperamentvolle muziek op de vurige Spaanse teksten van Federico García Lorca gooit Musica Vocale het in mei over een heel andere boeg: dan staat Arvo Pärt op het programma met zijn indrukwekkende Te Deum en Adam’s Lament. De doorzichtige spiritualiteit van de muziek van deze Estse componist is zo ongeveer het tegenovergestelde van het aardse karakter van de muziek in het Lorca-project.
Het indrukwekkende Te Deum voor drie koren, strijkorkest, ‘prepared’ piano en tape schreef Pärt in de jaren 1984-1985. Het is een van Pärts meest bekende werken. De muziek is onmiskenbaar Pärt: spiritueel en doorzichtig, leeg en diep tegelijk. Fragmentarisch, alsof de muziek tussen de stiltes ontstaat.
Over dit werk schreef Pärt dat het een zoektocht was. Een zoektocht naar iets vluchtigs, iets waarvan gedacht werd dat het niet bestond, maar dat toch zo echt was dat het groter is dan ons bestaan. In de muziek wilde hij een gevoel van tijdloosheid en oneindigheid overbrengen. “Ik moest deze muziek voorzichtig uit stilte en leegte halen.”
Adam’s Lament is een wat jonger werk. Arvo Pärt schreef het in 2009 op teksten van de monnik Sint Silouan van Athos (1866-1938). De tekst gaat over Adam die zijn ontrouw aan zijn Schepper betreurt, en het daarmee samenhangende verlies van God’s liefde en het Paradijs. Pärt laat Adam symbool staan voor de gehele mensheid, ongeacht ras, tijdperk, sociale laag en geloof. En in de muziek horen we hoe deze ‘oer-Adam’ alle menselijke tragedie voorzag, en alle menselijke rampspoed onderging, tot in de diepste wanhoop.
Pärt noemt zijn muziek “een zachte handdoek waarmee je je tranen van verdriet kunt drogen”, en tegelijkertijd “een bron vol tranen van geluk”.
Concerten
- 11 mei 20:15 – Petrus Canisiuskerk of Molenstraatkerk in Nijmegen (Molenstraat 37)
- 12 mei 16:00 – Johannes de Doperkerk in Wageningen (Bergstraat 17)