(Derde dag, verslag van Joost, met aanvullingen)
Bijna iedereen klaagde vanmorgen over een droge keel. Voor diegenen die flink hadden doorgehaald gisterenavond was duidelijk waar het door kwam, maar voor anderen bleef het gissen. De lucht is hier droger, meenden sommigen. Weer anderen weten het aan die halfzachte griep die door de groep gaat.
Rob had nieuwe muziek meegebracht. Nachtlied van Reger en Bogoroditse Devo van Rachmaninov. Prachtige muziek hoor, maar om nu met Nachtlied de dag te openen. Zo ontzettend hoog steeds en dat met kelen die nog lang niet op gang zijn gekomen. Bogoroditse Devo lukte mij veel beter, echt veel beter. Beide stukken worden de toegiften op het concert.
“Ben je aan het paaldansen, Joost?” Gelijk alle aandacht weg bij Rob. Met een paar wulpse bewegingen van het toch al niet meer zo jonge onderlijf kreeg Joost nog meer lachers op zijn hand (of moet ik hier achterkantje schrijven?). Hoorden we daar gejoel en geschreeuw? “We want more, we want more!” Nou dan ben je bij Joost niet op het verkeerde adres, al meenden sommigen later dat ze dat nooit achter hem gezocht hadden. In een heel fijnzinnige en absoluut niet obscene beweging, nam hij een klein stukje katoen en tilde dit even, maar dan ook maar heel even beste lezer, omhoog zodat er een minuscuul stukje huid voor de nog steeds joelende kijkers zichtbaar werd. De Kristallen zaal werd bijna afgebroken, gewaardeerde lezers, en het was duidelijk te zien dat zelfs Joost zo een reactie niet had verwacht. Hij bloosde, waarmee hij enkele van de dames nog meer voor zich in nam. En misschien ook wel enige heren, maar die lieten dat niet heel direct blijken. [Aanvulling van een graag anoniem blijvende dame: hoe beeldend hij het ook beschrijft, beste lezer, de werkelijkheid benadert hij nog lang niet. Dat desbetreffende stukje katoen was wit – wat zweept onze fantasie nou hoger op dan een ouderwets katoenen wit hemd – en Joost vergeet helemaal zijn letterlijke zwierdans om de paal heen te vermelden, met één arm bevallig los, die bij ons alle stoppen deed doorslaan].
Uiteindelijk gelukte het Rob de groep weer in het gareel te krijgen en werd er nog even goed en verdiepend gerepeteerd aan het werk van Schnittke en Mendelssohn. (In het filmpje hierboven oefenen de tenoren – vierstemmig! – hun aandeel in de ‘val’ in het derde deel van Schnittke).
Mij viel daar vooral bij op dat we bepaalde stukjes echt verbeterden en ook vond ik de beide kwartetten van een Kristallen schoonheid. Misschien kwam dat ook een beetje door het heerlijke zonlicht dat door de net gewassen ruiten naar binnen straalde. (De ruitenwasser – uit de Filippijnen had hij mij verteld- controleerde steeds met een kritisch oog zijn gewassen ruit op achtergebleven vlekjes.)
Toen was het vlug even lunchen en de bus in naar Byblos. Onderweg zagen we dat langs de kust alles wordt volgebouwd en dat er weinig over is gebleven van de Libanese Cote d’ Azur. Veel bebouwing lieve lezer, daar moesten we het mee doen. En dat tegen een bewolkte achtergrond. Niet dat we er veel aandacht voor hadden. Rob wilde dat we nog wat extra’s zouden instuderen voor het slotfeest, na het concert: Fragile en Trickle trickle. Heeft u dat wel eens geprobeerd, beste lezer, slalommend bladmuziek bestuderen, met stijgingen en dalingen van soms wel 30% en met diepe afgronden aan uw zijde. Ik kan het u aanbevelen.