Backstage

Wij hebben bij de start van de toernee allemaal een productieboekje gekregen met daarin alle data, tijden, locaties, namen, emailadressen en telefoonnummers van alle voorstellingen. Maar nog veel leuker is het rode koordje, onze backstage pas, door Joanne consequent aangeduid als het rode koortje. Met zo'n geplastificeerd kaartje aan een keycord om onze nek gaan er ineens allerlei deuren voor ons open. Portiers monsteren ons en laten ons door. Kinderen en echtgenoten die ook wel eens backstage willen kijken worden teruggefloten. Dat koordje/koortje is goud waard, voor zolang als het duurt.

Het is alleen wel weer een heel gedoe als we op moeten, want de koordtjes vallen ontzettend op, en stel je voor dat we ze per ongeluk niet af zouden doen. Dus staan Joanne en Sophie ons aan het begin van het podium op te wachten om ze van ons over te nemen. Na de voorstelling krijgen we ze weer terug, voor de volgende keer. Een niet nader te noemen buurvrouw van mij die nogal gevoelig voor geur is kreeg bij zo'n gelegenheid een koortdje terug met een zweetgeur eraan die we van drie meter afstand konden ruiken. Hulde aan zo veel inspanning, zullen we maar denken.

Ook wordt ons opgedragen dat we geen tasjes en flesjes op het podium mogen meenemen, en vooral in het begin zijn ze daar erg streng mee. Helaas is zo'n koppig koor niet de makkelijkste partner om mee te werken, en menige bas dreigt zelf het podium te verlaten als die waterfles weg moet. Uiteindelijk worden we heel inventief: veel dames hebben inmiddels een klein zwart tasje geregeld wat eigenlijk niet opvalt, althans dat maken ze zichzelf wijs. Zelf heb ik ook zo'n tasje, wat ik voor aanvang onder het podium frommel. Naar verluid heeft Joanne er al eens veelbetekenend naar gekeken (toen ik het daar onbeheerd had laten liggen), maar het is me niet afgenomen.

Wij komen op de gekste plaatsen terecht, backstage. Links staat Marisa in de stadsschouwburg in Amsterdam, waar we aanvankelijk dachten dat we ons letterlijk tussen de stellages moesten omkleden. Rechts ligt het paard dat ons in Eindhoven ten deel viel. Werkelijk, er lag daar een paard op z'n rug in een hoek van het podium, netjes opgezet en dichtgenaaid. Alsof ze daar altijd een paard hebben liggen.

In sommige theaters is het 'backstage' letterlijk een doolhof, bijvoorbeeld in de stopera. Overal hangen bordjes van wat op welke verdieping welke kant op is, en dat is ook heel erg nodig. Overal vinden we aanwijzingen, verboden of geboden, vaak nogal cryptisch, lachwekkend of geheimzinnig (bv hieronder het 3e bordje). Het is mij meer dan eens overkomen dat ik een verdieping te hoog of te laag uitkwam en dat ik totaal de weg kwijt was (nu ben ik ook wel een speciaal geval wat richting betreft, maar toch). Ook kwamen we in Amsterdam langs het "Dagverblijf koor DNO" - het dagverblijf voor het koor van De Nederlandse Opera. Als je het iets te snel leest, denk je dat het om een 'kinderdagverblijf' gaat. Naast de standaardbordjes hangen Joanne en/of Sophie ook nog de Introdans-wegwijzers op die bedoeld zijn ons moeiteloos op weg te helpen, hoewel dat doel niet altijd bereikt wordt. Ook wordt aangegeven welke kleedkamers toegewezen zijn aan solisten, pianisten, koor-mannen, koor-vrouwen, dansers, snel-omkleden-dansers. Hieronder een greep uit de bordjesverzameling:

Onze kleedkamers zijn een belevenis op zich. Zo heb je bijvoorbeeld overal spiegels met lichten rondom die je met een knopje aan kunt zetten, zodat je je optimaal kunt optutten in nietsverhullend licht, net als in glamoureuze films. In sommige theaters zijn de kleedkamers lekker groot, zodat we makkelijk al onze spullen kwijt kunnen, maar in andere zijn de kamertjes echt piepklein. En wij moeten daar toch met zo'n 25 vrouwen of mannen in. In Zoetermeer leggen we onze spullen maar noodgedwongen op de gang, want in een kamertje van 2 bij 3 passen we echt niet met z'n allen.

In Eindhoven daarentegen worden we weer enorm in de watten gelegd: ruimte zat, en er ligt een complete 'flight case' voor ons klaar in iedere kleedkamer (zie hoe hiernaast Hannie en Janet de inhoud demonstreren, of klik anders de begeleidende tekst aan). Natuurlijk zijn wij niet voldoende door de wol geverfd om te weten wat we daar mee moeten c.q. mogen. Joanne moedigt ons aan: dat is voor jullie hoor, dat mag je gewoon gebruiken! En dus gaat de zak M&M's gretig rond, en gaat menigeen 's avonds naar huis met in zijn/haar tas een manicure- of naaisetje, een doosje flos, een paar sokken, een doosje paracetamol of een witte handdoek, alles met het logo van het Parktheater erop.

Bij de latere voorstellingen zorgen wij dat we ingezongen zijn voordat we het podium op gaan voor de soundcheck. Dat moet dus ook ergens onderin de krochten van het gebouw gebeuren, en dat gaat niet overal even makkelijk. Soms staan we in de ruimte te zingen waar we later moeten gaan eten, en waar het personeel nog rondloopt om de tafels te dekken.

Op de gang hangen meestal overal monitoren waarop te volgen is wat er in de grote zaal gebeurt. Wij kunnen dus de warming-up van de dansers op de monitor volgen (zie foto links).

Ook hangen er luidsprekers in het plafond, zodat je kunt horen wat er zich afspeelt op het podium. De microfoons versterken alles, ook gesprekjes die niet perse bedoeld zijn om rondgetoeterd te worden. Dat zijn wij ons zelf ook niet altijd bewust als we op het podium soms tussen neus en lippen door opmerkingen naar elkaar maken die niet voor een groter publiek bedoeld zijn. Gelukkig maar dat we nooit onszelf hebben kunnen horen.

En natuurlijk waart het Wordfeud-virus nog op volle sterkte (rechts).

De dansers vertoeven meestal niet ver van ons. Soms hebben ze hun eigen verdieping, soms zitten ze slechts een kamertje verderop. Of ze zijn te vinden in het rookhok. Hun kleding staat uitgestald op de gang, en we blijven er naar kijken! Sommige kleding spreekt bijzonder tot onze verbeelding. Ook een eerstehulpkoffertje ontbreekt niet.

In Den Haag wordt onze voorstelling gecombineerd met Le Sacre du Printemps, dus ook het Gelders Orkest bevindt zich dan achter de schermen. Hun spullen staan opgesteld in de orkestbak, die vanaf 'backstage' gewoon een repetitieruimte lijkt, en de grote kisten staan op de gang. De orkestleden moeten heel wat uren stukslaan, want ze hebben 's middags gerepeteerd en moeten 's avonds pas na de pauze aan/in de bak. Dat is niet zo heel moeilijk, want backstage in Den Haag betekent dat er een complete loungeruimte met banken en een TV en zitzakken en een hangmat voor je klaar staan.

Janet en ik stuiten vlak voordat we zelf op moeten op een groep relaxende mensen die allemaal rond een man met een gitaar zitten en uit volle borst Beatles en Stones meezingen (en allerlei andere liedjes). Het duurt echt even voordat wij door hebben dat dit dus gewoon de mensen van het Gelders Orkest zijn. Die kunnen best een feestje bouwen, weten wij nu. We blijven even bij ze zitten en meeblèren. Ze vinden het erg jammer dat ze ons stuk niet mogen zien, maar ze hebben geen toestemming gekregen om in de zaal te gaan zitten. Blijkbaar is het aantal lege stoelen te gering. Wij mogen na de pauze gelukkig wél in de zaal zitten als zij hun Sacre doen, want dat is zeer de moeite waard.

Als wij gegeten hebben (zie daarvoor de aparte bladzijde, in het submenu), moeten we ons gaan opstellen. Daartoe krijgen wij heel professioneel door de luidsprekers de calls dat het nog "fifteen minutes" is, "ten minutes", net als in films. Op de foto hieronder (Den Haag) is te zien dat we soms langs complete fietsenstallingen lopen. We verlaten de 'backstage micro-wereld' en betreden een totaal andere wereld op het podium, met de geluiden van het publiek achter het gesloten gordijn, waarna de voorstelling begint.

Na afloop lopen we weer terug om onze spullen op te halen, en dan stappen we de bus in. Alweer een voorstelling achter de rug! Zestien keer, telkens een ander theater, telkens andere schermen waar we achter verdwijnen en weer boven komen. Verslavend!