De slagwerkers
Uiteraard moeten wij niet de slagwerkers vergeten, die een belangrijke rol hebben in het stuk. De redenen dat zij ons bijblijven hebben echter niet veel met slagwerk te maken. Om te beginnen zijn het een stelletje frisse jongens waarvan je nooit zou vermoeden dat ze leraar slagwerk op een muziekschool zijn (nou ja, en ook Artez-conservatoriumstudent). Eerder associeer je ze met die vervelende jongetjes uit je middelbare-schoolklas, die altijd en eeuwig grappen maken, luidruchtig zijn en liefst net wat te bot de aandacht proberen te trekken. (Je ziet ze bij wijze van spreken zo een potje kaartspelen in de pauze). Ook moet je erg om ze lachen als het voor hen tijd is om hun applaus in ontvangst te nemen (zie wat ik geschreven heb bij Na de voorstelling). Ik geloof dat hen ook al eens de eer te beurt gevallen is gecorrigeerd te worden door Marije, maar dat was dan ook wel terecht. Want ja, het is storend als Rob iets met ons probeert te doen terwijl de slagwerkjongens lekker door kletsen of vanuit een soort beroepsdeformatie dwangmatig met hun vingers ergens tegenaan zitten te roffelen.
Maar dat gezegd hebbende: sfeerverhogend zijn ze zeker. Diverse koorleden speculeren op hoe leuk / vrij / hetero deze of gene slagwerker toch zou zijn, vooral die ene, of toch die andere? Franka, altijd meer lef hebbend dan een ander, had een leuke actiefoto van die ene gemaakt (zie rechts) en bood grootmoedig aan om die even aan hem te mailen. Nog natrillend van de shock meldde ze ons dat de slagwerker in kwestie tegen haar gezegd had: "Heeft u Whatsapp, mevrouw? Dan kunt u ze mij zo doorsturen". MEVROUW! Heeft U Whatsapp, MEVROUW! In een grotere generatiekloof kun je niet vallen, ondanks je leuke foto, toch? (Dat waren wij met Franka eens). Des te schokkend was het antwoord dat Franka hem gaf: "Maar natuurlijk heb ik Whatsapp." Nu was het zijn beurt om van zijn kruk te vallen. "Echt waar?? Heeft u Whatsapp??" De foto is inmiddels in zijn bezit. Ik weet niet wat ze verder nog allemaal via Whatsapp uitgewisseld hebben samen. Misschien moeten we dat ook niet willen weten.
Wat we ook al vroeg leren (in Nijmegen): Zorg dat je bij de maaltijden altijd vóór de slagwerkers in de rij staat. Als je namelijk ná de slagwerkers nog moet opscheppen, dan is de schaal ineens leeg. Dit is wel een uitdaging, want zodra onze soundcheck erop zit haast iedereen zich naar de foyer voor de maaltijd, en op de een of andere manier staan de slagwerkers dan altijd voorin de linie.
Voor het overige zijn ze heel behulpzaam als bijvoorbeeld Arjen aangeeft drumaspiraties te hebben. Geduldig krijgt hij een lesje van die ene blonde (zie foto rechts). Dat ziet er toch heel overtuigend uit. Ook zijn ze nooit te beroerd om de aandacht te vestigen op die ene sopraan die te vroeg inzette ("ZIJ was het hoor!" - met overdreven veel nadruk wijzend). Dat brengt wat dynamiek in de tent. En die ene met het baardje (Andrej) geeft altijd gevraagd en ongevraagd commentaar op de soundcheck, of gaat zelf met een microfoon of een monitor sjouwen. Heel fijn.
Het is niet makkelijk wat ze moeten doen in Les Noces. Zo moeten ze voortdurend zachter. Zachter, zachter. Wat een frustratie moet dat zijn voor een slagwerker. Bovendien: timing is alles bij slagwerk, en de timing valt in dit stuk niet mee. Niet alleen moeten ze tegelijk met Rob zijn, ook nog moeten ze tegelijk met al die piano's. Regelmatig komt het toch voor dat er iemand niet in Rob's timing zit en dat je denkt: hoe kan dat nou. Zo professioneel en dan toch te snel of te vroeg. Maar dat is dus vooral nog eens een bevestiging van hoe moeilijk het is, want die slagwerkers zijn hartstikke goed allemaal.
Vooral de slotakkoorden zijn tricky (misschien is dat ook omdat dan verder alles is stilgevallen behalve de piano's en het slagwerk): dan moet die ene slagwerker heel erg precies op tijd nét een perfect getimede knal op zo'n belletje geven. Maar hoe vaker we het doen, hoe beter het wordt.Wij krijgen allemaal een kick als het ze lukt om ze precies gelijk te laten klinken. Exact gelijke akkoorden, het toppunt van geluk!
Als je de opname(n) beluistert die Frans gemaakt heeft, dan valt pas op hoe belangrijk ze zijn, en hoe overtuigend het klinkt. Wij denken als koor dat wij het middelpunt der aarde zijn als we zingen, maar ieder accent wat wij zingen wordt versterkt in het slagwerk. Wat wij bedoelen, dat benadrukken zij. Wie heeft dat toch zo geniaal geschreven?